Ajax – Daar hoorden zij engelen zingen

Ajax – Daar hoorden zij engelen zingen

“Ajax – Daar hoorden zij engelen zingen” is een negentig minuten durende documentaire film van Roel van Dalen over de Amsterdamse voetbalclub AFC Ajax. Producent is ID&Dtv.

Premiere op 22 november 2000 gegaan als openingsfilm van het Internationale Documentaire Festival Amsterdam (IDFA) en na het festival in de bioscoop te zien. De NPS zond de film op 8 september 2002 op de televisie uit. De film werd op het Nederlands Film Festival in 2001 genomineerd voor een Gouden Kalf.

Regisseur Roel van Dalen filmde gedurende het dramatische voetbalseizoen 1999-2000 in alle geledingen van de honderdjarige club. De camera was aanwezig tijdens bestuurs- en directievergaderingen, volgde tot in de kleedkamer de verrichtingen van het eerste elftal, reisde naar Ghana waar Ajax een voetbalschool heeft en was getuige van het wel en wee bij enkele jeugdelftallen.

De camera overschrijdt telkens de grens van de voetbalwereld in de schijnwerpers en de wereld die aan het oog van een ieder is onttrokken. We zien hoe de spelers in hun eigen omgeving omgaan met de immense druk, waaronder zij hun topprestaties moeten leveren.

De film gaat dan ook over passie, gefocust zijn, over alertheid en de concentratie die nodig is om je als voetballer in de prestatiecultuur van het moderne voetbal te kunnen handhaven. Tegelijkertijd schetst de film een indringend beeld van de verzakelijking van de voetbalwereld. Dat wordt alleen al duidelijk door de wijze waarop er met tienjarige Ajax-spelertjes wordt omgesprongen. Zij zijn immers de jongens waarmee over acht of tien jaar het geld verdiend moet worden. De selectie is hard, als jeugdvoetballer ben je slechts voor één jaar lid en wanneer je niet voldoet, vlieg je er aan het eind van het seizoen onbarmhartig weer uit. Een jongensdroom aan duigen, maar alles moet immers wijken voor de instandhouding van de kwaliteit.

In Ghana wordt de jacht op jonge, talentvolle spelers gefilmd. Ajax probeert als geen ander te internationaliseren door in diverse landen clubs te kopen of voetbalscholen te stichten. Dat is één van de weinige manieren om heden ten dage nog goedkoop aan goede spelers te komen. Zo mogen drie vijftienjarige Ghanese jongens midden in het seizoen naar Amsterdam komen om te trachten een plek in de vermaarde jeugdopleiding te bemachtigen, om daarmee een andere richting aan hun leven te geven. Drie jongens uit het binnenland van Ghana, vreemd in een verbijsterende nieuwe wereld.

Daarnaast is de camera natuurlijk de stille getuige van de teloorgang van het eerste elftal, van de frustraties in de kleedkamer na verloren Europacupduels en van de blijdschap na één van de spaarzame gewonnen wedstrijden. Zelfs het dramatische moment dat de jonge talentvolle Christian Chivu na een rode kaart het veld wordt uitgestuurd, komt in zijn volle omvang in beeld. We zien hem verbitterd en wanhopig in de kleedkamer, terwijl op de achtergrond het geluid van de wedstrijd vaag doordringt.

Bijna geen deur blijft voor de filmploeg gesloten, een enkele hooguit, en dat gebeurt dan ook letterlijk voor het oog van de camera. Het is vlak voordat de top van Ajax het besluit neemt om trainer Jan Wouters te ontslaan. We zien hoe interim-trainer Hans Westerhof het roer overneemt en met de moed der wanhoop probeert om het tij te keren. Het was voor het eerste elftal een verschrikkelijk seizoen, beslist niet het beste seizoen om te filmen… of toch?

Roel van Dalen: “Als kleine jongen woonde ik in de badplaats Zandvoort en zat op de plaatselijke voetbalvereniging Zandvoortmeeuwen. Ik was tien jaar toen op een prachtige zondagnamiddag, aan het einde van de zomer, het grote Ajax op bezoek kwam om een vriendschappelijke wedstrijd te spelen tegen ons eerste elftal. Het kleine stadionnetje, vlakbij het centrum van het dorp, puilde uit. Alhoewel de grote Europa Cup-successen nog in de schoot van de toekomst lagen verborgen, was toch iedereen aanwezig. Niemand wilde dit spektakel missen. Ik kan me nog hele gesprekken voor de geest halen van de vele Zandvoorters die onze club kansen toedichtte tegen de Ajacieden.

Naarmate het eerste fluitsignaal dichterbij kwam steeg de spanning. Tijdens het warm lopen hoorde je ‘Hup Zandvoortmeeuwen!’ en ‘Kom op Zandvoort!’. Ook in die tijd waren er al spreekkoren, maar het klonk anders dan tegenwoordig, vriendelijker misschien. Mijn vriendjes en ik zochten een mooi plekje uit, direct aan het veld en zo dicht mogelijk bij het doel van Gert Bals, de keeper van Ajax. Mijn vriendjes hoopten namelijk op doelpunten van Zandvoortmeeuwen, maar zelf wilde ik eigenlijk veel liever naar de andere kant, om daar Johan Cruyff, Piet Keizer en Sjaak Swart van iets dichterbij aan het werk te zien. Ik durfde het alleen niet te zeggen.

Het eerste doelpunt van Ajax viel al na een paar minuten en ik sprong omhoog van blijdschap. Mijn vriendjes keken me vernietigend aan en vroegen voor wie ik nou eigenlijk was. Ik voelde me betrapt en schaamde me zelfs een beetje. Daarna juichte ik alleen nog stiekem voor de geweldige doelpunten van Cruyff, Swart en invaller Ruud Krol, die toen nog aan zijn imposante carrière moest beginnen. Ik ervaarde het, jong als ik was, als een hoge vorm van kunst. De twee doelpunten van Zandvoortmeeuwen bejubelde ik trouwens ook, want ik wilde me niet isoleren van mijn maatjes. Uiteindelijk werd de eindstand 11-2 voor Ajax.

Na afloop van de wedstrijd rende ik het veld op om Cruyff aan te raken en een uur later, in de kantine van onze club, raapte ik al mijn moed bij elkaar om hem een handtekening te ontfutselen. Hij zat ontspannen aan de bar een sigaretje te roken en zette zonder mij aan te kijken zijn zoveelste krabbel van die dag op mijn toegangskaartje. En ik, ik kon me niet herinneren dat ik ooit zo gelukkig was geweest.

Ruim dertig jaar later wilde ik een film maken die meer vertelt dan hetgeen er tot nog toe over deze sport is vertoond. Een film die als het ware begint vanaf het punt waar mijn jeugdervaring aan de rand van het veld van Zandvoortmeeuwen is gestopt. Na een uitgebreide researchperiode bij Ajax ben deze sport anders gaan bezien nu ik haar van zo dichtbij heb kunnen observeren. Ondanks dat ik me mijn hele leven al met voetbal bezighoud stond ik verbaasd van de concentratie, de kunde, de alertheid en de strijdlust die voetballers nodig hebben om zich in hun prestatiecultuur te kunnnen handhaven. Vanaf de tribune of via het televisiescherm is dat curieus genoeg niet te bemerken, maar van dichtbij bezien is voetbal een hoogstaande kunstvorm. De artisticiteit, de handelingssnelheid en het inzicht zijn ongekend. Al kijkende bespeurde ik bij mezelf dezelfde fascinatie als toen ik een documentaire-serie ging maken over het Koninklijk Concertgebouworkest. Er is nauwelijks iets zo intrigerend als de concentratie en de alertheid van ‘professionals’. Destijds wilde ik de musici – net als de voetballers nu – ook al het liefst van zo dichtbij mogelijk observeren. Om dwars door de film heen te voelen hoe zij hun talenten manifest maken. De druk is bij voetballers misschien nog wel groter dan bij musici. Ze zijn met minder dan de musici in het orkest, minder opgenomen in een amorf en feodaal geheel en voor zover vergelijkbaar is de individuele verantwoordelijkheid wellicht groter, domweg omdat fouten duidelijker te zien zijn en wellicht grotere gevolgen kunnen hebben.

Zoals bij elke uitingsvorm van kunst bestaat er ook in de voetballerij een immer aanwezig spanningsveld tussen artisticiteit en harde commercie. Soms bijten die twee elkaar, maar voornamelijk dienen ze elkaar aan te vullen. De verzakelijking bij Ajax, onder meer te zien in de plannen om het bedrijf te internationaliseren, is buitengewoon interessant en niet meer weg te denken.

Dit moest dan ook een film worden waarin je als kijker tot in je vezels voelt wat het betekent om in de hedendaagse voetbaljungle niet alleen ‘artistiek’, maar ook zakelijk te overleven en zelfs succesvol te zijn. Want succes hóórt bij Ajax en is de levensader van het bedrijf. En omdat het over succes gaat, gaat het eigenlijk over alles. Zowel de sfeer, alle denkbare communicatie als het zakelijk ‘welzijn’, zijn bij Ajax gerelateerd aan het aantal doelpunten c.q. de resultaten van het eerste elftal. Eigenlijk wordt dus op zondagnamiddag het hele bedrijf ‘bepaald’ en wordt de toon gezet voor de komende week. Dàt gevoel en die sfeer moest beslist in de film terug te vinden zijn.

Ik wil in deze film op zoek naar dat In deze film zou de vraag beantwoord moeten worden of de grens in dat schemergebied is te verleggen waardoor je meer in de hand hebt, als trainer nog langer kunt blijven sturen en minder snel met lege handen staat. Louis van Gaal, de voormalige trainer van Ajax, heeft zich zonder twijfel uitgebreid met deze vraagstelling beziggehouden. Bij de nieuwe trainer Jan Wouters hoop ik daar middels deze film achter te komen.

Tot de naakte essentie teruggebracht draait het bij Ajax, zowel bij de club als bij het bedrijf, om het behalen van successen door het minimaliseren van risico’s. Op voetbalgebied gebeurt dit als het ware op micro – ofwel individueel niveau. De spelers zijn omgeven door een infra-structuur die is gecreeërd om hen in staat te stellen hun topprestatie te leveren. Daarvoor moet alles wijken en geen moeite wordt daarbij gespaard. Alles wordt gedaan om de condities te scheppen om de voetballers op het moment suprème foutloos te laten handelen. Toch zijn er altijd weer die mysterieuze momenten waarop alles weer anders verloopt, ondanks alle kunde, voorbereiding en risico-minimalisering. Menselijk handelen is namelijk niet volledig te sturen of te controleren. Want hoe kan het toch gebeuren dat een buitengewoon talentvolle, kundige, professionele ploeg, geconcentreerd tot op het bot, winst binnen handbereik heeft, maar binnen een enkel ogenblik, door een onbegrijpelijke fout of een moment van verbijsterende onachtzaamheid, gelijkspeelt of de wedstrijd zelfs verliest? Is het menselijk brein niet in staat om anderhalf uur foutloos te presteren? Je zou het zeggen, maar aan de andere kant lijkt een autocoureur dat wel op te kunnen brengen!
Kun je als voetbalbedrijf strategieën bedenken die die menselijke feilbaarheid compenseren? Er kunnen ook plotsklaps enkele belangrijke spelers vertrekken, waardoor het kaartenhuis in elkaar stort. Hoe bouw je dan toch zekerheid in, minimaliseer je risico’s en tracht je de onzekere factoren zelfs te elimineren? Deze film is in zekere zin een zoektocht naar antwoorden op deze vragen.”

  • Colofon:
    regie
    Roel van Dalen

    camera
    Mark Bakker

    geluid
    Kees de Groot

    montage
    Elja de Lange

    muziek
    Ernst Reijseger

    geluidsmixage
    Hugo Dijkstal

    producenten
    Frank de Jonge
    Piet Erkelens

    uitvoerend producent
    Jean Marc van Sambeek

    productie
    Paulien van de Wetering

    productie assistentie
    Roger van Dorsselaer

    research assistentie
    Isolde Hallensleben

    additionele camera
    Mark van Aller
    Bernd Wouthuysen
    Deen van der Zaken

    additioneel geluid
    Pepijn Aben
    Martijn van Haalen
    Charles Kersten
    Mike van der Sluijs

    begeleiding postproductie
    Joke Treffers

    assistentie audionabewerking
    Marcel Huibers

    kleurcorrectie
    Martin Klein

    muziekopname
    Dick Lucas

    titelontwerp
    Paul Wennekendonk

    eindredactie NPS
    Cees van Ede

    blow-up 35 mm
    Little Big One, Brussel

    laboratorium
    Cineco

    vertaling
    NOB Vertaling & Ondertiteling

    ondertiteling
    Titra Film Laboratorium

    distributeur
    RCV Film Distribution

    met dank aan
    John Appel, Marike van Kasteren, Hugo Klaassen, Carel Kuyl, Hans Pool, Marian van der Willigen
    Ambassade van Ghana, Amsterdam ArenA, Canal+, HMG/RTL4, ID Quote bv, John de Mol Produkties, KNVB, NOS, UEFA.

    met bijzondere dank aan
    bestuur, directie, technische & medische staf, spelers en alle overige medewerkers van AFC Ajax NV.

    ‘Ajax - Daar hoorden zij engelen zingen’ is tot stand gekomen met steun van het NEDERLANDS FONDS VOOR DE FILM en het CO-PRODUCTIEFONDS BINNENLANDSE OMROEP.

    Deze film is een productie van ID&Dtv Arts & Events
    in co-productie met de NPS

    © ID&Dtv Arts & Events / NPS
    november 2000